Hij staat in het vroege Amsterdamse ochtendlicht voor de honkbalpet, de zonneklep of de badkuip – volkse bijnamen voor zijn schepping, die hij zelf niet schuwt. Mels Crouwel (1953) van het bureau Benthem Crouwel is architect van de uitbreiding van het Stedelijk Museum, waar iedereen een mening over lijkt te hebben. Van ‘een monstrum’ in de lezersbrieven van NRC Handelsblad tot aan ‘een nieuw krachtig imago’ op de populaire designwebsite DeZeen.
De plek waar hij staat was vroeger de achterkant van het museum. Het meest ingrijpende dat de architecten met het Stedelijk hebben gedaan, is het gebouw 180 graden draaien. ‘Het stond met zijn kont naar het Museumplein. Dat vonden wij verkeerd.’ Wat Crouwel wilde, was een museum, dat er ook aan de buitenkant eruit ziet als een museum voor hedendaagse kunst, dat een andere oriëntatie heeft op de stad en een eigen voorplein waar van alles kan gebeuren: rijen, performances, opwinding: een verlengde museumzaal. Continue reading »