De tentoonstelling begint uitstekend met een reusachtig portret van de vormgever Wim Crouwel (interview HIER), genomen in 1969. Hij staat ten voeten uit voor de camera van Paul Huf in een heel kek spacy gesneden pakje. Het portret ademt ijdelheid, zelfbewustzijn, maar door die astronautensnit ook een enorm vooruitgangsgeloof en moderniteit. En dat is precies waar deze tentoonstelling over gaat. Over moderniteit, tegen de klippen op.
Het Stedelijk is een thuiswedstrijd voor de ontwerper, die er tot in de jaren tachtig de vaste vormgever was. Bijna al het werk komt uit de huiscollectie van het Stedelijk, maar het gekke is dat het idee voor de tentoonstelling niet uit Amsterdam komt, maar uit Londen. Misschien is dat omdat de Britten Crouwel zonder voorbehoud op handen dragen. Terwijl hij in Nederland ook wordt geassocieerd met ijzeren grids en steile ontwerpopvattingen. Continue reading »