Een appelboor in de synagoge
Door Bob Witman/ de volkskrant 11 sep 2010
Het jaar 5771 in de joodse jaartelling is voor de nieuwe synagoge van de liberale gemeente in Amsterdam begonnen met een testcase. Bij de viering van Rosj Hasjana – het joodse nieuwjaar viel op 9 en 10 september – zaten er bijna duizend man in de nieuwe sjoel. Terwijl op weekdiensten nauwelijks honderd bezoekers op komen dagen. Dat verschil in volume raakt precies het belangrijkste ontwerpvraagstuk voor de architect: maak een moderne gebedsruimte die intiem is, maar ook grote groepen mensen kan bevatten.
De gevonden oplossing is een noviteit in synagogeland. De bezoekers zitten aan weerszijden van de rabbijn – het Lagerhuismodel – gelijkvloers, maar ook op een dubbele rij tribunes tot aan de nok van de twaalf meter hoge sjoel. Hoog, maar tot aan de bovenste zitplaats kun je de Tora letterlijk meelezen als die op het spreekgestoelte open ligt. De synagoge, eind augustus door prins Willem Alexander geopend, is de grootste van Europa en toch voelt hij aangenaam besloten aan.
De Liberale Joodse Gemeente (LJG) in Amsterdam – de gemeente waar Anne Frank en vader Otto Frank lid van waren – wilde een modern gemeenschapshuis dat ‘bijzonderheid’ uit zou stralen. Een gebouw dat de plaats van de joodse gemeenschap in Amsterdam zou markeren en niet verhullen. De gemeenschap had hoge architectonische ambities. Op de eerste groslijst prijkte architectennamen als Frank Gehry (Guggenheim Bilbao, 1997) en Daniel Libeskind (Joods museum in Berlijn, 2001). De keuze viel op Search, het bureau van Bjarne Mastenbroek, bekend van het paviljoen op de Posbank (2002) en vakantiewoning in Zwitserland (2009), die spectaculair verzonken ligt in een bergwand.
De verwachtingen waren dus hoog. Het resultaat is om meerdere redenen verrassend. Geen Gehryaans welvende gevels of Libeskind-achtige barok, maar een ingetogen gebouw. Search ontwierp een simpel rechthoekig volume (het budget was iets bescheidener dan de ambities): een doos van 57 bij 17 meter, ruim 16 meter hoog. De bijzonderheid van het gebouw is volledig geconcentreerd op de gebedsruimte.
Tegenover elkaar in de oost- en westzijde van de gevelwand bevinden zich twee grote glazen puien in de vorm van een zeven-armige kandelaar, het oudste symbool van het Jodendom. Daarachter zit de sjoel, de gebedsruimte. De kandelaarvorm zit niet alleen op de gevel geplakt, hij zet zich voort in het interieur van de sjoel en graaft zich als een appelboor dwars door het gebouw. Het lijkt wel of de sjoel als een extern volume in het gebouw is geschoven. Elke arm van de kandelaar staat voor een tribuneniveau in de sjoel: twee keer gelijkvloers, vier balkons. Alleen de bovenste arm, een goot van glas die in het dak loopt, is toegevoegd om de kandelaar af te maken: arm nummer 7 staat voor Het Eeuwige Licht dat altijd aanwezig dient te zijn in een synagoge.
De rest van het gebouw is sober en functioneel is gehouden. Dat had een financiële reden, maar het versterkt ook de bijzonderheid van de sjoel, dat toch het hart is van het gebouw. Het gemeenschapshuis bevat naast de gebedsruimte leslokalen, kantoorruimten, een bibliotheek en feestzalen. Het enige exuberante element buiten de sjoel zelf, zijn de gouden toegangsdeuren tot de gebedsruimte. Die zijn gevat in ene portiek van metselwerk dat is opgebouwd uit steentjes van de oude synagoge. Het is goed joods gebruik dat in de nieuwe synagoge iets van de oude is verwerkt.
De buitengevel is van simpel grijs gestuukt beton. Op de noordkop is typografie verwerkt, opgebouwd uit stippen (met een beetje fantasie zijn er matzes in te zien, dat andere gemeenzaam joods symbool). Er staat een hebreeuwse welkomstboodschap op de buitenwand. Die stippen komen terug in de top van de gevels, in een schijnbaar willekeurige patroon, alsof iemand een tafelkleedje met kantwerk over het dak heeft gehangen.
Nederland bouwt niet veel kerken meer. Sterker nog, er gaat er gemiddeld twee per week dicht. Het is mooi dat in Amsterdam een opdrachtgever en ontwerper laten zien dat westerse religieuze viering geen statische kwestie hoeft te zijn. Er is een sjoel neergezet die vernieuwing en traditie combineert. Waardoor de Liberale Joodse Gemeente met een gerust hart de 58ste eeuw kan volmaken.