Maastoren, onopvallend, toch ‘s Neerlands hoogste
Door Bob Witman/5 juli 2010/de Volkskrant
ROTTERDAM
Vrij geruisloos heeft Nederland vorige maand de opening van zijn nieuwe hoogste gebouw verwerkt. Dat past wel bij het onnadrukkelijk uiterlijk van de Maastoren, 165 meter hoog, gelegen direct aan de rivier in de enige stad met een serieuze hoogbouwtraditie van Nederland: Rotterdam.
Torens zijn bij bosjes gebouwd de afgelopen tien jaar in Nederland. De vijftien hoogste dateren allemaal van na 2000. Alleen de Delftse Poort in Rotterdam is van eerder: 1991. Hoogbouw is niet bijzonder meer in dit vlakke land en voor hetzelfde geld was de Maastoren al gepasseerd. De Belle van Zuylen in Leidsche Rijn moet 262 meter worden, maar werd eerder dit jaar afgeblazen vanwege de economische crisis. Voorlopig is de Maastoren van Dam & Partners Architecten de hoogste.
Toch zegt dit record architect Diederik Dam niet zo veel als hij met een orensuizend snelle lift naar de 45e etage schiet, de deuren zich openen en zich een grandioos panorama over Rotterdam opent. ‘Die van mij is maar een paar meter hoger dan andere. Maar ik weet, voor sommige mensen is het cruciaal.’ Vlakbij op de zuidelijke Maasoever staat de bijna-net-zo’n-hoge-toren in aanbouw, de New Orleans, 158 meter.
Hier op de Kop van Zuid is het sowieso de plek om te zijn als je een imposant hoogbouwensemble zoekt. Niet alleen is noordwaarts de Delftse Poort (151 meter, architect Abe Bonnema) op het Weena goed zichtbaar, maar westwaarts liggen Montevideo (152 meter, Mecanoo, 2005), het World Port Center (124 meter, Norman Foster, 2001) en net over de rivier de Red Apple (124 meter, bureau KCAP, 2009). Van Dam & Partners zijn ook de Coopvaertoren aan de Blaak te zien (2006, 106 meter) en de Wilhelminatoren met mast net iets over de 100 meter.
Diederik Dam weet dus wat het is, een toren. Het eerste dat aan zijn jongste schepping opvalt, is dat Maastoren niet opvalt. Hij is niet zo bont geschakeerd als Montevideo, mist een eigenzinnige gevel als die van Red Apple en is zeker niet zo’n gespierde priapus als het World Port. Eigenlijk is hij zo onnadrukkelijk, dat je de Maastoren over het hoofd zou kunnen zien als hoogste van het setje op de Kop van Zuid. Dat komt door zijn rankheid, maar ook door de gevelbekleding die naar boven toe steeds lichter kleurt en lijkt op te lossen in het firmament.
De Maastoren bestaat uit twee rechthoekige torens die zijn geschakeld, te zamen vormen ze een bijna vierkante voetafdruk van 2800 vierkante meter. De lage toren, 100 meter, schaalt zicht aan de straatzijde aan de bebouwing van de Laan op Zuid. De hoge toren is aan drie zijdes omringd door Maaswater en richt zich op de stad. Voor Dam zijn twee uitgangspunten cruciaal bij hoogbouwontwerp: Dichtbij: moet de voet van het gebouw zich open stellen naar de straat. Veraf moet het silhouet moet een significante betekenis hebben voor de stad.
Dat eerste is goed gelukt. Dankzij de lage voortoren heeft het gebouw een behapbare maat aan de Laan op Zuid. De plint is van glas en dus open en geeft iets bloot van het automobiele karakter binnenin. Want de Maastoren bezit iets dat in Nederlandse hoogbouw zeldzaam is: een bovengrondse parkeergarage van negen etages. Dam heeft de oprijbaan open en bloot door de entree laten slingeren.
Dat geeft associaties met Lingotto, het fameuze Fiat-gebouw in Turijn, of de Citroengarage uit 1931 van Jan Wils in Amsterdam, waar de auto niet verstopt maar gevierd wordt. In de Maastoren zie je ´s avonds de koplampen van de auto´s in het gebouw omhoog draaien. Op de begane grond is voorts een café gepland, waar de garageoprit zo laag binnenkomt dat de barman zich moet bukken als hij bier tapt.
Dat tweede aspect, het silhouet, is het minst sterke kant van het gebouw. De toren heeft een duidelijke relatie met de haven, door zijn basaltkleurige voet, die langzaam verkleurt van donkergrijs naar wit, tot aan glas in de top. Maar de gestalte van hoge toren zelf is te geserreerd, daardoor blijft het silhouet niet op je netvlies hangen. Het is netjes, maar heeft geen beet, zou de gastronoom zeggen, fris maar mist een zuurtje, in taal van de wijnproever. Wellicht past die onnadrukkelijkheid wel goed bij de dienstverlening van de belangrijkste bewoner van de toren, accountant Deloitte: wel de hoogste, maar toch onopvallend.