Vernieuwer, die soms onduidelijk wordt


wtc_lars_spuybroek_noxDoor Bob Witman / gepubliceerd 24 november 2004

AMSTERDAM

Lars Spuybroek (1959) van het architectenbureau NOX heeft nog weinig gebouwd. Het zegt wel iets over zijn status als vernieuwer dat zijn boek Machining Architecture bij de grote Britse kunstuitgever Thames and Hudson is verschenen. Het is een ‘kookboek’, schrijft hij zelf, over zijn ontwerppraktijk: de methode-NOX. Een boek dat uitlegt wat hij bedoelt met deep surfaces, blisters, filo’s en sponges, allemaal computergegenereerde bouwstructuren uit zijn studio.

De twee bekendste uitgevoerde projecten van Spuybroek zijn het waterpaviljoen Neeltje Jans, een golvende tunnel bij de Deltawerken in Zeeland en het Son-o-house, een paviljoen dat als een voorwereldlijk reptiel bollend en krommend op een bedrijfsterrein in Son-en-Breughel ligt.

Spuybroek houdt van de computer, het instrument dat in de architectuur de afgelopen vijftien jaar de klassieke tekentafel heeft weggevaagd. Eerst was die computer slechts een snelle tekenaar en rekenaar, maar inmiddels is hij die dienende fase ontgroeid, constateert Spuybroek in dit boek. Daarom laat hij zijn computer doen wat vroeger aan de architect was voorbehouden: hij laat hem ook ontwerpen.

Spuybroek was een van de meest genoemde Nederlandse architecten op de architectuurbiennale in Venetië dit najaar. Veel architecten gebruikten daar 3D-programma’s om amorfe complexe structuren (blobs) te ontwerpen (popcentrum de Mezz in Breda van Erick van Egeraat is bijvoorbeeld een blob). Spuybroek behoort tot een groep architecten die al een stap verder is. Hij gaat uit van bestaande organische processen, die hij door de computer verder laat uitwerken. Voor Oblique WTC gebruikte hij wollen draadjes hangend aan een plankje. Hij doopt ze het in water waarna de draadjes krullen en wurmen in oneindige variaties. Die variaties worden in de computer omgezet tot kolommen, dunne van enkele draadjes en dikke als de draadjes klitten. Dit proces van transitive geometry, zoals Spuybroek het noemt, eindigde in het ontwerp van een wolkenkrabber, een van de mooiste inzendingen voor de prijsvraag voor een nieuw ontwerp voor Ground Zero in New York, twee jaar terug.

Het is slechts een van de recepten uit Spuybroeks kookboek. Hij doet het met rubber of een vlucht meeuwen. Met ballonnetjes ontwerpt hij een structuur voor het Pompidou two voor de stad Metz. Esthetische afwegingen ontbreken, Spuybroek laat de computer keuzes maken. Fascinerend, maar zo’n boek dat wordt volgeschreven door de architect zelf en bevriende denkers, mist een wat meer aardse tekst van een buitenstaander. Iemand die vraagtekens plaatst waar het onduidelijk wordt. Want wat bedoelt de architect bijvoorbeeld als hij poneert: abstraction of movement = building?

Architectuur Lars Spuybroek e.a.: Nox, Machining Architecture. Thames and Hudson;
392 pagina’s; € 49,90. ISBN 0 500 28519 5.
preload preload preload