Nederland is nog altijd een grote hit


Mels CrouwelDoor Hilde de Haan en Bob Witman / de Volkskrant 11 november 2004

De nieuwe rijksbouwmeester, Mels Crouwel, wil dat Nederland weer trots wordt op zijn architectuur en ruimtelijke planning. ‘Ik wil ervoor zorgen dat we dat meer laten zien.’

Architect Mels Crouwel (51) gaat over mooi en lelijk in Nederland, althans, hij is sinds een maand de nieuwe rijksbouwmeester, de opvolger van Jo Coenen. In tegenstelling tot wat de titel suggereert, bouwt hij in die functie helemaal niets. Maar Crouwel is wel de spin in het web die de rijksoverheid adviseert over grote infrastructurele projecten als de A12, de Zuiderzeelijn, het Rijksmuseum en de nieuwe nota voor architectuur en cultureel erfgoedbeleid die begin 2005 verschijnt.

Twee weken terug was Crouwel op het afscheid van zijn voorganger. ‘Ik werd bijna net zo vaak gecondoleerd als gefeliciteerd. Iedereen denkt dat dit een afgrijselijk zware baan is.’ Hij werd zo maar gebeld, op een vrijdag, met de vraag of hij wilde. ‘Ik zei meteen: dat lijkt me niet zo’n goed idee, maar het is bijna weekeinde, laat me even nadenken.’ Die zondag kwam Coenen op bezoek. ‘Hij heeft twee uur aan één stuk gepraat. ”Het is machtig, er komt zo veel langs”, vertelde hij.’

Die maandag zei hij ja.

Crouwel is partner van Benthem Crouwel Architecten, een van de meest succesvolle architectenbureaus van Nederland. Ze bouwden grote infrastructurele voorzieningen: Schiphol, en de ondergrondse stations van de Noord-Zuidlijn in Amsterdam. En kleinere opvallende projecten: de popzaal 013 in Tilburg, met een gevel van rubber, de precaire uitbreiding van het Anne Frankhuis, en twee maanden terug kreeg het bureau de opdracht voor de uitbreiding van het Stedelijk Museum Amsterdam. Een opdracht die hij niet teruggeeft nu hij rijksbouwmeester is, maar waaraan hij twee dagen per week bij Benthem Crouwel blijft werken. Want het is een gemeentelijk project, goed te scheiden, vindt hij zelf, van zijn rijksbaan die hem de drie andere dagen per week kost.

Over het rijksbouwmeesterschap had zijn zakenpartner sinds 25 jaar, Jan Benthem, direct al gezegd: ‘Moet je doen, joh. Ons bureau is op orde, en dat kun je van het rijk niet zeggen.’ ‘Ik ben de vijftig gepasseerd’, zegt Crouwel, ‘mijn jongste zoon is net van de middelbare school en gaat in de VS studeren. Het bureau loopt goed, we hebben prachtige opdrachten, ik blijf het Stedelijk doen, ik dacht, tijd voor een nieuw begin.’

Terwijl hij het vertelt, manoeuvreert hij nog wat onwennig met de stapeltjes papieren in zijn nieuwe kantoor in een zijvleugel van het ministerie van VROM in Den Haag. Het hol van de leeuw: de overheid was jarenlang voor hem, als architect, de ‘andere kant’ van de tafel. ‘Ook daarom wil ik dit doen. Ik heb me vaak verbaasd over hoe beslissingen hier tot stand komen. Vooral bij grote projecten waar verschillende overheden moeten samenwerken. Dat is voor een ontwerper volkomen ondoorzichtig.’ Hij is wel zo zeker van zichzelf dat hij denkt dat hij daar iets aan kan verbeteren. ‘Ik ben een goed organisator.’

Als architect geldt Crouwel als een functionalist. In een bureau dat scherp en nuchter opgaven analyseert, en liefst met de nieuwste bouwmethoden de meest doeltreffende oplossingen maakt. Het zijn techneuten die van strakke details genieten. Sobere Hollandse jongens – dat etiket kleeft ze aan. ‘Dat is vijftien jaar geleden een keer gezegd, en iedereen praat elkaar na.’ Maar tegen de term Hollands heeft hij geen enkel bezwaar, in tegendeel, het is een geuzennaam. Hij plaatst zich graag in de Nederlandse architectentraditie van Van Tijen, Oud en Bakema.

hslbrug_benthem_crouwelEn ook letterlijk gezien zijn Benthem en Crouwel, de een geboren in Amsterdam-West, de ander in -Zuid, puur Hollands. Terwijl hun collega’s als MVRDV, Van Egeraat en Koolhaas de tweede helft van de jaren negentig vooral vlieguren maakten op weg naar internationale projecten, kwamen Benthem en Crouwel de grens niet over. ‘Misschien stom’, zegt Crouwel, ‘maar wij hadden zo veel werk in Nederland. Wij kregen een groot deel van de mooiste Nederlandse opdrachten, Schiphol, De HSL-brug over het Hollands Diep en de Amsterdamse Noord-Zuidlijn. De noodzaak om naar het buitenland te gaan was er niet.’

Crouwel volgt als rijksbouwmeester de Limburger Coenen op die het ambt volledig op zijn kop heeft gezet. Het eerste dat Coenen deed toen hij in 2001 begon, was het ministerie van VROM verlaten om een paar honderd meter verderop, in een Jugendstilpand aan de Lange Voorhout, het Atelier Rijksbouwmeester op te zetten. Een statement om af te komen van het benauwende nota-imago van de functie, en terug te keren naar het ontwerpersstandpunt. Bovendien gingen in het atelier alle ministeries samenwerken die bij het bouwen in Nederland betrokken zijn. Met als belangrijkste wapenfeit de aanstelling van drie zware ‘rijksadviseurs’, die met de rijksbouwmeester om tafel zaten. Een voor infrastructuur (Jan Brouwers, Verkeer & Waterstaat), een voor Monumentenzorg (Fons Asselbergs, OCW), en een voor landschap (Dirk Sijmons, LNV).

Crouwel is het – ‘gelukkig maar’, zegt hij – met die veranderingen eens, met name met de grondgedachte van het atelier: de samenwer-

king tussen de verschillende departementen. ‘Het zou niet erg charmant zijn alles ongedaan te maken wat Coenen teweeg heeft gebracht.’

Het terugverhuizen van het Atelier Rijksbouwmeester naar het ministerie van VROM is niet een stap achteruit, zegt Crouwel, maar was al door Coenen bedacht. Net als het terugbrengen van het aantal medewerkers van 40 tot 23. Crouwel wil na alle grote veranderingen de organisatie eerst gaan stroomlijnen.

Hij heeft ook nog andere, grotere missies. Hij wil meer jonge architecten opdrachten laten uitvoeren. Hij gaat aan de slag met een eenduidige structuur voor de rijksweg A12 (‘Nu zie je om de kilometer een ander geluidsschermpje staan’). Met het Rijksmuseum met zijn omstreden verbouwingsplannen (‘Het is een misverstand dat de onderdoorgang zou worden afgesloten voor fietsers, hij blijft zeker open’). En over wat in jargon de Sleutelprojecten heet – de aanpak van alle grote stations waar de HSL aanlegt.

Misschien het belangrijkste van alles is nog wel dat de rijksbouwmeester wil dat Nederland weer trots wordt op zijn architectuur. ‘Dit land is nog altijd een grote hit in het buitenland.’ Ondanks de toenemende zelfkritiek, ondanks de groeiende afkeer van Vinex-wijken, ondanks de pleidooien voor vrije marktwerking. ‘Wij bouwen niet zo snel feestelijk, maar wel pragmatisch en rationeel. Veel meer dan andere landen, waar ze kiezen voor een paar chique grote projecten waar de rest aan onderdoor gaat. Zoals Frankrijk: al het geld ging naar Beaubourg en de provincies kregen niets.’

Elders geldt Nederland nog altijd als het land waar met relatief weinig geld slimme oplossingen worden bedacht. Ook wat betreft ruimtelijke planning is Nederland, met zijn regels en zijn gestructureerde aanpak, een lichtend voorbeeld. ‘Daar mogen we trotser op zijn, en ik wil ervoor zorgen dat we dat meer laten zien.’

Maar hij is de eerste om toe te geven dat er reden was voor somberheid de laatste jaren. Lelijke bedrijfsterreinen, idem Vinex-wijken. ‘Ik krijg er tranen van in mijn ogen’, had Crouwels voorganger Coenen op zijn afscheidsreceptie gezegd. Crouwel zegt het hem na: ‘De openbare ruimte is vaak het eerste slachtoffer. Bedrijven willen een blits gebouw, maar als de ruimte er tussen klote is, gaat het mis. Die gebouwen zijn dun, modieus, de aantrekkingskracht daarvan zakt snel weg. Als je op korte termijn denkt, en plotjes uitgeeft waar iedereen zijn eigen schreeuwerige gebouwtje neerzet, houd je dus weinig over. Dan krijg je drama.’

bibliotheek_utrecht_wiel_aretsWaar is Nederland lelijk en waar is het mooi volgens de rijksbouwmeester? Een lastige vraag. ‘Flauwe vraag’ ook. Nou goed dan, hij houdt niet van het Wilde Wonen, in Almere, maar ook niet van de nostalgische bouw van Krier of Soeters. ‘Soeters is een intelligente en erudiete man, maar ik vind de historiserende kant van zijn werk verschrikkelijk. Daar kan ik niet tegen. God, dat mag ik natuurlijk niet zeggen als rijksbouwmeester.’ Wat Crouwel wel mooi vindt, is de universiteitsbibliotheek van Wiel Arets in Utrecht (‘veel gebouw voor weinig geld’). De tramtunnel in Den Haag (‘een mooi doordachte verkeersoplossing’) en het masterplan van Adriaan Geuze van bureau West 8 voor de Oostelijke eilanden in Amsterdam.

Maar de discussie over geslaagde architectuur is lastig, vindt hij. ‘Elk nieuw gebouw krijgt het na tien tot twintig jaar moeilijk. Dat is de tijd dat er tal van nieuwe gebouwen zijn verrezen, met nieuwe opvattingen, en dat oudere gebouw weerspiegelt die opvattingen niet.’ Daarom kon het gebeuren dat in de jaren zeventig en tachtig het hele land vol is gezet met woningen met mansardekappen. ‘Vreselijk, maar iedereen deed er aan mee.’ Het was een reactie op de jaren zestig die in die tijd als onbespreekbaar lelijk golden. Terwijl iedereen nu zegt, nou, die jaren zestig, dat is zo slecht nog niet.

Een ministerie van Schoonheid oprichten, zoals Coenen heeft geopperd, dat is niet wat Crouwel voor ogen staat. Hij wil, zonder in regels te verdrinken, de architectuur als volwaardig onderdeel onder willen brengen in het Actieprogramma Ruimte en Cultuur. Het woord zit in elk geval al weer in de titel. ‘Ik ben er geen voorstander van alles vrij te laten. Je moet heldere uitgangspunten maken voor woningbouw en bedrijfsgebouwen.’ Om te voorkomen dat ‘straks de smaak van de middenstand regeert’.

En er gloort een geheel nieuw probleem aan de horizon: ‘Er komt de komende jaren enorm veel landbouwgrond vrij. Dagelijks gaan elf boerenbedrijven dicht. Wat gaat er met die grond gebeuren? Dan heb je het dus wel over heel Nederland. Want, vergis je niet, ondanks de verstedelijking bestaat heel Nederland in feite nog uit landbouwgrond. Nederland vol? Nee dus, maar de keuze zal zijn, willen we het land volbouwen of leeghouden.’

Mels Crouwel
1953 Geboren in Amsterdam 1979 Afgestudeerd TU Delft, oprichting Ben-1979 them Crouwel Architecten, Amsterdam. 1981/84 Standaardontwerp systeembouw voor 1979 grensstations.
1984/92 De Pont Museum, Tilburg 1991/96 Malietoren over Utrechtse Baan, 1979 Den Haag 1994/98 Popcentrum 013, Tilburg 1993/99 Uitbreiding Anne Frankhuis, 1979 Amsterdam 1994/99 Archief Provincie Zeeland, Middelburg 1996/2001 Villa Arena, winkelcentrum Amster-1979 dam Zuidoost 1999/2002 Bruggen Rieteiland IJburg 1979 Amsterdam 1992-heden Infrastructuur en vele gebouwen 1979 op Schiphol 1996/2008 Metrostations Noord-1979 Zuidlijn Amsterdam 1997/2010 Herinrichting station e.o 1979 CS Amsterdam 2004 Opdracht uitbreiding Stedelijk Museum 1979 Amsterdam 2004 Benoeming tot rijksbouwmeester (De genoemde gebouwen zijn een selectie uit het werk van Benthem Crouwel architecten)
preload preload preload