Lars Spuybroek (52) verruilde zijn architecten-bureau voor een hoogleraarschap. Zijn boek ‘The Sympathy of Things’ komt is in september 2011 uitgekomen en gaat over schoonheid. ‘Het modernisme is een gruwelijk dogma’.
Wat is schoonheid?
‘Ik zag laatst Mariana, een schilderij uit 1851 van John Everett Millais, een pre-rafaeliet. Die jurk van blauw fluweel, ik denk niet dat die stof ooit zo mooi is geschilderd.’
Wat is er mis met de 20ste eeuw?
‘Het modernisme. De dominante schoonheidsopvatting van de afgelopen honderd jaar. Niet voor niks begon het modernisme bij de Eerste Wereldoorlog en stopte het op 11/9 in 2001. Het is een gruwelijk dogma.’
Hoe erg is dat modernisme?
‘Het modernisme, abstracte kunst, dat is hetzelfde streven naar sublimatie en purificatie als genocide. In de kern van denken zoeken modernisme en het minimalisme dezelfde rechtvaardiging als Auschwitz.’
Whoa!
‘Begrijp me goed. Enerzijds is het idioot om een Amerikaans-Joodse kunstenaar als Mark Rothko in verband te brengen met de Holocaust. Anderzijds is die serie volledig zwarte schilderijen van hem, de wens om dingen zo verregaand te generaliseren, gebaseerd op dezelfde denkpatronen. Het is dezelfde esthetiek van shock and awe.’
Waarom heeft u zo’n hekel aan abstractie?
‘Als Turner begin 19de eeuw een storm schildert, is het een schilderij van een storm. Hoe groot die storm ook is, het blijft een klein schilderij. In de 20ste eeuw wordt die wereld van het sublieme gerealiseerd door de technologie: Apollo, Concorde. Technologie en het sublieme vervloeiden met elkaar.’
U bent antimodernist?
‘Ik ben geen revisionist, of conservatief. Maar ik kijk in mijn boek naar de discussie in de 19de eeuw over schoonheid. Vooral de esthetisch filosoof John Ruskin. Daar kunnen we veel van leren.’
U maakte als architect een wereldwijd geprezen ontwerp voor Ground Zero in New York. Twee torens die verslingerd raken in elkaar. Wat doet u nu?
‘Ik ben hoogleraar architectuur in Atlanta. Ik ben mijn architectuurpraktijk gestopt. Ontwerpen ging me te langzaam. Schrijven is preciezer dan bouwen.’
Waarom dit boek over schoonheid?
‘We hebben schoonheid verschrikkelijk hard nodig. Ik probeer de 19de-eeuwse schoonheidsidealen van John Ruskin naar de huidige digitale tijd te vertalen.’
Ruskin is de man die de neogotiek verdedigde?
‘Het probleem van Ruskin is dat hij na zijn dood in gezelschap is gekomen van oerconservatieve mannen. Zijn schoonheidstheorie gaat niet over teruggrijpen naar oude waarden. Ruskin heeft het over vital beauty, levende schoonheid.’
En dat betekent?
‘Voor Ruskin bestonden alle dingen, of het nou bergen, bomen, of schilderijen betrof, uit levende elementen die elkaar helpen. Dat zie je het sterkst in zijn analyses van de gotiek, een architectuur van levende ribben die met elkaar samenwerken.’
Gotische architectuur, dat is toch met die tierelantijntjes?
‘In Nederland ja. Daar kennen we vooral de neogotiek van architect Pierre Cuypers, die het Rijksmuseum bouwde. Maar echte gotiek volgens Ruskin is geen opgeplakte ornamentiek. Daarin valt de functie van constructie en ornamentiek samen.’
Wat is nou echt mooi?
‘Het behang van William Morris, een van de stichters van de Arts and Craftsbeweging eind 19de eeuw. Die bladmotieven, waar blad, nerven en strengen in elkaar grijpen. Dat is een levende structuur, waarin de elementen een relatie met elkaar hebben.’
Terug naar Arts and Crafts!
‘Ja, maar niet terug. Ik denk dat in deze tijd het ambacht weer belangrijk wordt. Internet is een simpel instrument, waar iedereen bij kan. Internet kan ons helpen de schoonheid opnieuw uit te vinden. Maar zo ver is het nog lang niet.’