De vijfde Architectuur Biënnale van Shenzhen die 6 december is begonnen, is sterk Nederlandse gekleurd. Met bijdragen van Nederland ontwerpiconen als OMA, het Berlage Instituut en Droog Design, maar vooral door de Nederlandse artistiek directeur van de biënnale: Ole Bouman.
‘De schaal van dit project is enorm’, zegt hij daags voor hij afreist naar Shenzhen. ‘In China krijg je, anders dan vaak in Nederland, een groot mandaat om een dergelijk project vorm te geven.’ Volgens Bouman willen de Chinezen met deze biënnale laten zien dat het ze niet louter om groeicijfers is te doen, maar ook om cultuur, kennis en behoud van industriële monumenten.
Hart van de Chinese Biënnale is een enorme voormalige glasfabriek die het icoon is van de duizelingwekkende economische ontwikkeling van de laatste dertig jaar in het land. Continue reading »
Een Wake Interference Flow is een windeffect dat optreedt als de hoogte van gebouwen niet in verhouding is met de breedte van de open ruimte ertussen. Een typisch grote stadsprobleem. Landschapsarchitecte Sanda Lenzholzer schrijft erover in Het weer in de stad. Een boek dat ontwerpers en architecten oproept meer rekening te houden met het stedelijk microklimaat. ‘Hittestress, dat vooral ontstaat in stenige stadscentra, kan veel schade aanrichten’, zegt Lenzholzer. Zowel voor oude mensen als voor de arbeidsproductiviteit is het niet best. Meer groen is een oplossing. Want groen koelt. En wat de wind betreft, effecten als op dit plaatje, of een downwash, – het effect dat hoge gebouwen zo veel wind vangen dat op de grond enorme turbulentie ontstaat – ze zijn over het algemeen makkelijk te voorkomen als de architect wat meer zorg besteedt aan microklimaat in de stad. Een INTERVIEW met Sanda Lenzholzer.
De galerijflat heeft geen beste naam in Nederland. Hoe rechtvaardig is dat? Dick de Gunst van Hans van Heeswijk architecten vindt het onterecht. Hij maakt zich in het boek Nieuwe kansen voor de galerijflat sterk voor een beter imago van een woonvorm die wij gewoonlijk associëren met laagkwalitatieve leefomstandigheden. Stinkende trappenhuizen, veel beton en weinig sociale buren. ‘Dat slechte imago is niet verdiend’, zegt De Gunst. De typische Hollandse galerijflat – iedereen een voordeur aan een soort van straat – is een geweldige innovatie uit de jaren zestig. Bovendien onmisbaar voor mensen uit de lage inkomensgroepen. Niet slopen maar renoveren, zegt De Gunst in DEZE reportage.
Deze omslag van een publicatie van OMA/AMO uit 2004, bevat een collage aan politieke figuren, onder wie George W. Bush, Kim Jong-il en Saddam Hoessein. De cover staat in het boekje dat verscheen ter gelegenheid van de prijs die dRem Koolhaas 22 oktober kreeg: de Johannes Vermeer Prijs, groot een ton, te besteden aan een project naar keuze.
In het boek Het streven naar grenzeloosheid: de Ongrijpbare Rem Koolhaas, probeert architectuurjournalist Jaap Huisman te achterhalen waarom de architect zo’n onbedaarlijke voorliefde heeft voor ingewikkelde problemen. ‘Koolhaas is niet zozeer geïnteresseerd in architectonische borstklopperij als wel in complexiteit. Esthetiek lijkt een bijzaak. De expressie van een bouwwerk wordt gevoed door de inhoud.’
Dat is volgens Huisman de essentie van de architectuur van Koolhaas. ‘Niet form follows function, niet less is more, maar form follows program. En dat programma wordt ingegeven door data.’
Interview met Rem Koolhaas, HIER.
Twintig jaar architectuur van MVDRV wordt gevierd met een voor MVRDV-begrippen bijzonder toegankelijk boek: MVRDV Buildings. Het is een soort van revisit van het eigen gebouwde oeuvre. De Villa VPRO, Silodam, WoZoCo en zelfs de ruïne van het fameuze paviljoen voor de wereldexpo in Hannover 2000: ze staan allemaal in het boek. Gefotografeerd zoals ze vandaag zijn. De huilslierten op het beton van de VPRO, de ingestorte landschappen in het paviljoen in Duitsland. Het geeft een mooi en eerlijk kijkje op het werk van het bureau dat door de buitenwacht ook wel wordt beschouwd als de belangrijke vertegenwoordiger van Superdutch. Vermetele architectuur, met veel aandacht voor functie en weinig voor esthetiek. Een volledige recensie HIER.
MVRDV Buildings, redactie IIka en Andreas Ruby, nai010 Publishers, 978-94-6208-012-6, € 65
Ze hadden hem gewaarschuwd: Doe het niet, dat Nieuwe Instituut, want zo’n club die onder dwang van de staatssecretaris van Cultuur moest fuseren, is per definitie een slangenkuil. ‘Maar dat valt reuze mee. De sfeer is goed, al gaat zo’n proces niet zonder pijn’, zegt hij. Het Nieuwe Instituut is per 1 januari de naam van de samenwerking tussen het oude Architectuurinstituut, Premsela en het Virtueel Platform. Beumer moet de neuzen een kant op weten te krijgen. ‘Ik zie Het Nieuwe Instituut als een laatste vrijplaats. Waar je vragen kunt onderzoeken zonder druk van de markt. Een zegen in een tijd waarin het cultuurbeleid verregaand is vereconomiseerd.’ Zegt Beumer in een van de eerste interviews sinds zijn aantreden. Lees het hele interview HIER. In het Instituut is nu de tentoonstelling BIODESIGN te zien.
Je voelt een plaatsvervangende rilling over je rugwervel lopen als de Franse star-architect Jean Nouvel naar de wand loopt waar de ontwerpen voor een nieuw museum zijn opgeprikt. Zijn blik is vernietigend, zijn motoriek verraadt irritatie en zijn tekst laat niets te raden: ‘Nonsens, fucking nonsens’. Om hem heen staan timide jonge architecten met holle ogen omdat ze nachten hebben doorgewerkt. Ze worden zwijgend geslacht door de baas.Welkom in de wereld van de pitch. Een competitie tussen wereldbefaamde architecten om een grote opdracht binnen te slepen. Er staat veel op het spel. Geld en prestige. Iedere architect – ook de – is net zo goed als zijn laatste gebouw. Er moet gewonnen worden. Angel Borrego Cubero- zelf architect – volgt in de documentaire The Competition, waarmee Architectuur Film Festival Rotterdam 10 oktober opent, vier wereldsterren.
Het nieuwe studentenpaviljoen ligt op de kruising van de twee belangrijkste assen op de universiteitscampus in Rotterdam. Op de plek waar het terrein kunstmatig omhoog kruipt tegen een ondergrondse parkeergarage. Het vierkant gebouw van glas steekt met één kant in het talud, als een oer-Hollands dijkhuis waarvan de voordeur altijd meters hoger ligt dan de achterdeur.
Het Erasmuspaviljoen is het eerste openbare gebouw van Powerhouse Company, het bureau waarvan een van de oprichters, Nanne de Ru, lange tijd voor Rem Koolhaas’ denktank AMO werkte. Dit is een sleutelontwerp op de Woudestein-campus in de wijk Kralingen-Crooswijk. De campus maakt – net nu de Erasmus Universiteit zijn eeuwfeest viert – een wedergeboorte door.
Direct aan de zuidkant van station Hoevelaken grazen de lammetjes, aan de noordzijde raast de A1. De twee perrons liggen geïsoleerd in het weidelandschap, ver buiten het dorp, in een plek vol wind en geluid. Vandaag is het zonnig. Maar er zullen in Hoevelaken mindere dagen komen. Vol regen en kou.
Hoevelaken is een klein nieuw station aan de zogenoemde ‘Kippenlijn’, van Amersfoort naar Ede-Wageningen, met minder dan duizend in- en uitstappers per dag. In het woordenboek van de spoormannen heet dit een ‘Halte’ (ze hebben bij ProRail ook de formaten Basis, Plus, Mega en Kathedraal). Maar hoe klein de Halte Hoevelaken ook mag zijn: dit is historische bodem. Hier werd kort geleden officieel de eerste wachtruimte nieuwe stijl geplaatst door ProRail. Het moet uw grootste reisergernis verzachten: wachten op de trein. Continue reading »
Ze kennen elkaar al vanaf de middelbare school, veroverden samen de architectuurwereld en zijn verantwoordelijk voor het icoon van de ‘rijke jaren negentig’: De Poenschoen van de ING Bank in Amsterdam. Jeroen van Schooten en Roberto Meyer gaan tot verrassing van de architectuurwereld na dertig jaar samenwerking uiteen.
‘Het ging niet meer. Er waren te veel zakelijke verschillen van inzicht. Ik ben 53 en ik wil nog wel een tijd met plezier naar mijn werk gaan’, zegt Van Schooten. Hij heeft een nieuw bureau opgericht: Team V.
Roberto Meyer zet MVSA Meyer en van Schooten Architecten voort onder de naam MVSA. Het bureau heeft grote klanten bij de overheid en het zakenleven. Van Schooten neemt zijn ‘eigen’ werk mee, en 13 van de bijna 50 medewerkers.
‘Ik denk dat we na de ING uit elkaar zijn gegroeid. We zijn ieder ons steeds meer op onze eigen projecten gaan terugtrekken’, zegt Meyer. ING House (opgeleverd 2002) was voor MVSA de opstap naar schaalvergroting. Continue reading »