Het ziet eruit als een filmvilla waar James Bond graag cocktails drinkt, met precies de goede space age-achtige uitstraling die zo populair was in jaren zestig toen we de maan bewandelden. New Water Villa ligt in de polder bij Naaldwijk, verscholen achter kassen. Een woning in de vorm van een boemerang, geheel opgetrokken uit wit corian, een composiet dat vrijwel alleen nog wordt toegepast als meubelmateriaal. Met zijn u-vormige hoeklijsten oogt de bungalow als een sexy UFO.
New Water Villa is een ontwerp van Koen Olthuis van architectenbureau Waterstudio. Net als een andere recent gebouwd spectaculair woonhuis, Villa Kogelhof van Paul de Ruiter Architecten in Zeeland, is ook deze villa het resultaat van dapper particulier opdrachtgeverschap. Olthuis kreeg van de bewoners de vrije hand: het huis, het interieur en de tuin: hij mocht het allemaal vormgeven. De kwekersfamilie uit Naaldwijk wilde eigenlijk een herenhuis, maar liet zich verrassen.
Nou, een herenhuis is het niet geworden. Ze kregen geen oud-Hollandse baksteen, maar wit composiet met glas en hout. Geen rechte plattegrond met gangen en kamertjes, maar golvende vertrekken die naadloos in elkaar overlopen. Geen oprijlaan met klinkers, maar asfalt. Geen Franse siertuin, maar kunstgras en hier en daar een polletje groen.
Architect Olthuis bouwt niet vaak op land. Zijn niche is drijvende architectuur. In Nederland, maar ook in buitenland, waar hij het materiaal corian eerder toepaste voor stadsbouw op water bij de laaggelegen Malediven. Corian is een relatief nieuwe kunststof, althans, in het buitengebruik. Dat is altijd tricky, omdat het onzeker is hoe het veroudert. Maar corian is keihard, duur, polijstbaar en houdt zich volgens Olthuis uitstekend zelfs in een zoutwater omgeving.
Wat opvalt in Naaldwijk is niet alleen de onorthodoxie van het materiaal, maar ook de vorm. De villa heeft een hele leesbare contour, bijna kinderlijk eenvoudig. ‘Readable architecture’, noemt het bureau dat zelf. Sensueel, makkelijk na te tekenen en ver weg van de functionele architectuur die in Nederland gangbaar is. Waar vorm altijd een ratio heeft en mooi nooit alleen maar mooi mag zijn. Dit huis is eerder benaderd als een product, waarbij vorm en materiaal de dienst uitmaken, dan als een werk van architectuur: waar volume en schaal leidend zijn.
Olthuis is zowel opgeleid als industrieel ontwerper als architect. Het is verleidelijk om hier in het Zuid-Hollandse kassenlandschap te zeggen: ja-dat-kun-wel-zien-ook. Zijn aanpak van de buitenzijde loop door in het interieur, waar hij hetzelfde materiaal gebruikt als buiten: een keukenblad van gebogen corian, de keukenkastjes en het corian haardmeubel zijn bekleed met gecapitonneerde stof. De slaapruimtes zitten in het soutterrain, omdat boven het maaiveld slechts een beperkt aan vierkante meters mocht worden bebouwd. De tuin is oorverdovend simpel, met een strookje kunstgras tegen de voet van de gevel aan, om de scheiding tussen het groen en het witte corian zo scherp mogelijk te houden.
De boemerang ligt met de holle kant naar het water en de polder gericht. Deze zijde is bijna volledig beglaasd. In de oksel van de boemerang is er een doorlopende glaswand die op een exceptionele wijze in een hoek van 90 graden buigt. Dat glas geeft, zowel van buiten als binnen, onvermoede weerkaatsingen waardoor je je soms in het lachspiegelhuis van de kermis waant.
De bolle zijde van de villa, gekeerd naar de oprijlaan, is relatief gesloten. De elleboogpunt van de boemerang herbergt de hoofdentree, die uitstulpt als een tuitende mondopening. De bewoners gingen akkoord met de moderniteiten van de architect, maar eisten wel een entree die echt zegt: Welkom. Dus kregen ze een geaccentueerde voordeur met een statig natuurstenen trapje, toch een pietsje ressentiment van dat herenhuis.
Het bochtenwerk is cruciaal in dit huis. Het zit in het interieur, het glas en natuurlijk in de kopse buitenzijdes, die de villa het karakteristiek geven van twee platgedrukte U’s die op hun zij liggen. De keuze voor die rondingen leidde voor de architect automatisch tot het materiaal corian. Dat kun je verhitten en in een mal gieten, waardoor je volmaakt gladde rondingen krijgt. Iets wat je met steen nooit kunt nadoen,
De binnenruimte voelt prettig aan, door het bochtenwerk ontstaat een natuurlijke compartimentering. Het gebogen glas is spectaculair, maar dat corian is wel heel erg wit. Je loopt constant rond met de nogal prozaische gedachte en–wie-moet-dat-allemaal-schoonhouden? Maar volgens de corianfabrikant is het zeer onderhoudsvriendelijk en feitelijk duurzaam, hoewel kostbaar in de basisprijs. Voor de vorm van het huis is het corian ononvertroffen. Het is van dichtbij net zo smooth als op de foto. Dat kan je niet altijd zeggen in de architectuur.