Wit, licht en sexy

Level_meyer_leiden

Foto Ronald Tilleman

Verdichting van de stad is een modern excuus voor de enorme bouwvolumes die verrijzen naast de vervoersknooppunten in grote steden. Rondom het Centraal Station van Den Haag, de Ooster- en Westerdok van Amsterdam en aan de noordkant van station Den Bosch: overal staan multifunctionele joekels die zwaar tegen het stadshart aanleunen.

In die categorie bevindt zich Level, een blok van 37 meter dik en 118 meter lang, dertien verdiepingen hoog, letterlijk tegen het station van Leiden geplakt. Het is in november geopend. Tussen perron 9 van Leiden CS en de leerlingen van het ROC binnen zit slechts wat glas en zeven meter afstand.

Het gebouw is ontworpen door Roberto Meyer van MVSA Architects (voorheen Meyer en Van Schooten Architecten). Het beroepsonderwijs is de belangrijkste huurder. Naast 4500 leerlingen huisvest het een overdekte winkelstraat op de begane grond, hotel, kantoren, welness en een zorghotel. Het ligt aan de westelijke ingang van het station, vlakbij het Leids Universitair Medisch Centrum, een typisch jaren tachtig ziekenhuis: losse hoge en lage blokken, geschakeerd als een stadje in een stad.

Grote volumes opknippen in kleintjes, dat was typisch jaren tachtig. Level is daarvan het spiegelbeeld en bewijst, waarschijnlijk onbedoeld, hoe de modes in de architectuur wisselen. Is het een goed idee, dit nieuwe compacte gebouw? Kun je je als simpele fietser, passant of treinreiziger verhouden tot die  schaal van 50 duizend vierkante meter vloeroppervlak?

Architect Meyer is geen novice. Hij ontwierp New Babylon naast Den Haag CS (gereed gekomen in 2012). En zijn (oude) bureau was betrokken bij de ontwikkeling het Westerdok in Amsterdam, een van de dichtstbevolkte plekken van Nederland. Niet echt vergelijkbaar met dit project, behalve dan dat ook Level  is neergezet vanuit de verdichtingsfilosofie: Veel mensen en functies combineren op weinig vierkante meters, met de trein om de hoek.

Verdichting is inmiddels staand beleid in Nederland.  ‘Ik ben niet per se voor hoog en dicht, maar er zijn zeker plekken waar het goed werkt’, vindt Meyer.  Beter dan Nederland te laten volslibben met suburbane laagbouw. ‘Waarna iedereen elke dag urenlang in de file gaat staat  om op zijn werk te komen.’

Tot zo ver de architect. Het eerste dat opvalt aan Level is zijn diepte en wittige geveltextuur van verticale aluminium lamellen. De lamellen zetten het gebouw rechtop en golven in een schijnbaar willekeurig patroon van diep naar ondiep. Een esthetische oefening waar de architect vast woorden als ‘sluier’, ‘verhullen’ voor zal gebruiken. Het past in de trend om je gevel tactiliteit te geven. De vlakke glaswand is uit de gratie. Feit is dat de lamellen de enormiteit van het gebouw wat verzachten.

Je betreedt het gebouw via een binnenstraat die de lengterichting van het gebouw beslaat, een semi-openbare ruimte waar winkels aan liggen. Aan het einde ervan begint een lange luie en brede trap die je naar de centrale hal van de ROC leidt.

Pas op de eerste etage geeft het gebouw zich echt bloot. Hier begrijp je dat dikte van Level volledig leidend is geweest bij het structureren van het gebouw. Een gebouw dat 37 meter diep is, vraagt dat een ontwerper constant puzzelt op  hoe hij genoeg daglicht binnenhaalt. Daarom is  alles georganiseerd rondom  twee hoge vides die in de dwarsrichting het gebouw doorsnijden. Zij geven het Level licht, maar ook zijn logica.

level_meyer_leiden_2

Foto Ronald Tilleman

De vides zijn de pleinen van het gebouw. Ze worden gekruist door gangen, loopbruggen  en luie trappen. De schoolbevolking – die de eerste zeven etages bezet – zwermt overal rond, altijd zichtbaar, altijd aanwezig. De leerplekken zijn open, de leslokalen, de vergaderruimtes en zelfs de kamer van de bestuursvoorzitter van het ROC zijn van glas. Het interieur is wit, waardoor het licht van de vides nooit weg lijkt te zijn. De enige kleur die is gebruikt, zit op de vloer om de verschillend deelopleidingen te markeren.

Wit en 4500 scholieren, dan krijg je al meelij met het poetsend personeel. Maar als leeromgeving lijkt het te floreren. Niemand kan zich verstoppen. Twee leerlingen flikflooien direct onder de directiekamer. Er zijn veel plekjes waar je kunt werken, maar er is altijd overzicht. Het onderwijs toont zich letterlijk. En het gebouw geeft oriëntatie, overal kijk je van binnen naar buiten, Zo lijkt Level ook ontworpen, van binnen naar buiten, volgens het adagium: vorm volgt het licht.

Boven de etages van het ROC liggen een zorghotel en een hotel met als sexy feature een zwembad van waaruit je over de historische stad uitkijkt. ROC-studenten lopen er stages. Deze hotelfuncties zijn pas ontstaan tijdens de bouw. Dat is het lot van dit soort kolossen: de bestemming wisselt snel. Als architect mag je nooit op één paard gokken. Morgen kan Unilever of de Rijksgebouwendienst het willen huren.

Dat is meestal de zwakte van gebouwen als deze. Inwisselbaarheid, gebrek aan karakter. Meyer heeft dit op een slimme manier weten te voorkomen door de ongebruikelijk diepte zowel voor zijn logistiek als esthetiek als ontwerpleidraad te hanteren.

Maar als je weer buiten staat, zie je nog steeds een joekel. Level is niet weg te cijferen. Dat wordt pas minder als je dit gebouw vergelijkt met de andere zijde van het spoor. Aan de oostzijde – de centrumkant – staan halfhartige flats van zeven hoog uit de jaren zeventig of tachtig. Het is groot noch klein. Net als het amorfe en brokkelige ziekenhuis LUMC, de buurman van Level. Nee, dan verdient een rigoureus eenduidige gebaar zoals Level veruit de voorkeur.

Level, Bargelaan 180, Leiden, ontwerp MVSA Architects, opdrachtgever Green Real Estate & ROC Leiden, realisatie 2009-2013. Opening november 2013.
auteur: Bob Witman, geplaatst in de Volkskrant, 19 december 2013
preload preload preload