‘Randstad beste model voor stad van de toekomst’
Nederland zou meer zijn zegeningen moeten tellen. ‘Jullie hebben een fantastische uitvinding gedaan, die de Randstad heet. Dichtheid, grote concentratie van kennis, maar tegelijk ook landelijkheid. Stadse identiteit, maar ook veel diversiteit. De grote bedreiging van deze eeuw – veel ernstiger dan die van het terrorisme – wordt gevormd door de enorme amorfe miljoenen-metropolen. De wereld kan nog veel leren van het Randstadmodel.’
Joan Busquets (1946) zit er ontspannen bij. Nederland, het land dat hem vandaag de belangrijkste cultuuronderscheiding toekent – de Erasmusprijs 2011 – is voor hem vertrouwd terrein. De Spaanse architect komt er al sinds de vroege jaren negentig. Hij pleegde stedenbouw in Den Haag (Grotiusplaats-Beatrixkwartier), Helmond (masterplan voor het stadscentrum) en Amsterdam (Nieuw-West, Eendrachtspark). Zijn grootste project nu is de spoorzone in Delft waarbij de trein ondergronds gaat en de oude stad een nieuw hart krijgt.
Busquets is architect en stedenbouwkundige, maar vooral de kampioen van de openbare ruimte. Pleinen, gerevitaliseerde stadsharten en herstelde waterfronten zijn zijn specialiteit. Hij maakt ze overal: Van Buenos Aires, Shenzhen, tot aan Malaga en Lissabon. Langlopende projecten, die vaak diep ingrijpen in de stad en het leefklimaat. Busquets, schrijft de jury van de Erasmusprijs ‘heeft een sterke sociale visie op de toekomst van de mens in een steeds dichter bewoonde wereld’.
De prijs ervaart hij als zeer eervol, voor zijn persoon. ‘Maar ik zie het ook als een erkenning van het belang van openbare ruimte. Die open ruimte is enorm belangrijk in onze compacte, verstedelijkte cultuur. En het is goed dat de prijs komt op het moment dat de stad voor een nieuwe keuze staat.’ Steden zijn zo uitgedijd, elke relatie met het omringende land dreigt te verdwijnen. ‘Die relatie herstellen, dat is de uitdaging van de stedenbouw van vandaag.’
Busquets claim to fame waren de Olympische Spelen 1992, zijn masterplan tilde zijn thuisstad Barcelona architectonisch op in de vaart der volkeren. Jaren na de Spelen nog trokken delegaties gemeentebesturen erheen om de openbare ruimte te bestuderen. En hoe de stad zijn gezicht naar de waterkant had gewend. ‘Water betekende vroeger altijd en overal gevaar. In Nederland omdat het over de dijk klotste, in Barcelona omdat er piraten over kwamen. Dat is volledig omgedraaid, de stad heeft zich omgedraaid. Uitzicht over het water is nu het summum van woonkwaliteit.’
Een les voor elke stedenbouwkundige: de stad kan van gedachten veranderen. Het maakt stedenbouw tot een riskant vak. Busquets deed een ingreep in het verguisde stadsdeel Amsterdam Nieuw-West. Kort na de Tweede Wereldoorlog was deze stadsuitbreiding van Cornelis van Eesteren nog een internationaal geprezen ontwerp. ‘Ik spreek niet van ontwerpfouten. Natuurlijk, er zijn dingen te repareren in elke stad. Maar het oorspronkelijke plan van Van Eesteren was intelligent en doordacht. Wat de generaties na hem hebben verzuimd, is het plan aan te passen aan de veranderde opvattingen.’ Want dat hoort ook bij stedenbouw. ‘De stad is nooit af.’
‘Soms voel ik me net een dokter’ zegt Busquets. ‘Die sleutelt en heelt, maar hij moet ook goed luisteren naar de patiënt.’ En laten we niet te veel mopperen: ‘De stad ligt er een stuk beter bij dan een tijd terug. Amsterdam bijvoorbeeld, die stad bloeit. Dertig jaar geleden liep die nog leeg. Dat vergeet men weleens.’
Delft, de Spoorzone, is zo’n stedenbouwkundig project dat al tientallen jaren loopt. Het spoor dat meer dan een eeuw lang een kloof sloeg in de oude stad, wordt nu ondergronds gestopt. De spoortunnel is in 2015 gereed. ‘Het betekent dat Delft een unieke open ruimte in de oude stad krijgt.’ Er komt een nieuw stadskantoor, woningen, een grote lange groene strook en het water keert terug. ‘Elke stad moet over zijn toekomst nadenken. Een stad die dat niet doet, verliest uiteindelijk zijn bewoners.’
Dat was ook de inzet van de Spelen in Barcelona 1992. Barcelona had lang geleden onder dictator Franco. De stad was helemaal klaar voor een grote verandering. ‘De wil om gezamenlijk de schouders eronder te zetten was ongekend.’ Het heeft de stad goed gedaan. Dus als je Busquets vraagt, moeten Amsterdam of Rotterdam de Spelen van 2028 organiseren – een voornemen dat het Rijk bestudeert – zegt hij: ‘Waarom niet? Het is goed om als stad die ambitie te hebben. Ook als je de Spelen uiteindelijk niet krijgt, kan het je veel opleveren.’
Toen Busquets zijn architectuurcarrière begon, was openbare ruimte niet heel belangrijk voor stadsontwikkelaars. ‘Het ging over wonen en auto’s. Dat is in twintig jaar tijd volledig veranderd.’ Pleinen en straten zijn cruciaal om elkaar te ontmoeten. Of om samen dingen te vieren of herdenken. ‘De kwaliteit van de openbare ruimte valt bijna samen met de kwaliteit van een stad.’
De Erasmusprijswinnaar vindt dat Nederland het niet slecht doet in planologisch opzicht. ‘Stedenbouw, openbare ruimte en architectuur, daarin is dit land leidend geweest de afgelopen twintig jaar.’ Hij weet dat er hier ook wordt gemopperd op de centraal geplande vinexwijken. ‘Maar ga eens in Spanje kijken, of in Frankrijk. Daar heb je overal rommelige buurten die door projectontwikkelaars zijn neergelegd. Ik denk dat jullie onderschatten hoe bijzonder jullie vinexplanologie is.’
De bouwcrisis, die volgde op de bankencrisis, heeft voor de stedenbouw niet alleen slecht nieuws in petto, vindt Busquets. ‘Tot nu was groei altijd goed, stagnatie altijd slecht. Ik zeg niet dat ik stagnatie goed vind, maar het is wel goed om na denken over hoe je groeit. In dat opzicht is de crisis – hoe hard hij ook aankomt – ook een kans.’
BOB WITMAN/gepubliceerd in de Volkskrant 9 november 2011