Parelende moderniteit krijgt erkenning
Bob Witman/21 maart 2005 / de Volkskrant
Thom Mayne (1944) krijgt vandaag de belangrijkste architectuurprijs ter wereld, de Pritzker Prize, toegekend. In Europa is hij relatief onbekend, maar in Amerika maakt hij een tweede jeugd door.
De doorbraak in de Verenigde Staten kwam voor Thom Mayne met de Diamond Ranch High School in Pomona, even buiten zijn thuisstad Los Angeles, in 2000. Een spectaculair ontwerp tegen een steile heuvel op. Het complex van grillige gebouwen, dat wordt doorkliefd door een voetgangerspromenade. Het effect is dat je je al wandelend in een canyon waant, een verwijzing naar het verderop liggend landschap, waaraan Mayne vermoedelijk de Pritzker Prize heeft te danken.
Gelet op het lijstje laureaten is er geen belangrijkere architectuurprijs dan de Pritzker Prize. De eerste winnaar was Philip Johnson (1979). De laatste, tot vandaag, Zaha Hadid (2004). De Pritzker-jury houdt van eigenwijze, moderne, spraakmakende architecten: Frank Gehry, Rem Koolhaas, Herzog & De Meuron, ze hebben allemaal de prijs eens gehad.
Mayne, een streekgenoot van Gehry, past wel in die rij. Hij was jarenlang een zeer linkse architect met louter papieren ontwerpen, geliefd bij de architectuurstudenten, maar niet bij de opdrachtgevers. Dat kwam door zijn compromisloosheid, maar ook door zijn temperament. Hij heeft wel eens een klant aan zijn kraag vier centimeter boven de grond getild. ‘De eerste 25 jaar had ik nog nooit een gesprek met een cliënt nadat het gebouw af was’, zegt hij zelf.
Maar sinds de opdracht voor Diamond Ranch is veel veranderd. Op een steenworp afstand van de school in Los Angeles staat Cantrals District 7 (2004), het hoofdkantoor van een transporteur. Het is een parelend high-tech gebouw, met bloedstrakke gevel, voorzien van langwerpige neonbuizen, die doen denken aan een tijdopname van een autoweg bij nacht. ‘Dit gebouw had in een oostelijke stad nooit gebouwd zullen worden’, zei Gehry over dit ontwerp.
En daar zit wat in. De moderniteit van Westcoast-architecten als Eric Owen Moss, Gehry en Mayne, vindt nauwelijks zijn weg naar het oosten. De skyline van New York is geen aaneenschakeling van artistieke durf, maar de keuze van projectontwikkelaars. Gehry bouwde wel de Disney Concert Hall in Los Angeles, maar zijn ontwerp voor het Guggenheim in New York is nooit gerealiseerd.
Het zal voor Gehry verheugend zijn dat Morphosis, het bureau van Mayne, nu ook in New York, gaat bouwen. Mayne heeft net twee prestigieuze opdrachten in de wacht gesleept: een universiteitsgebouw voor de Cooper Union in het hartje van de stad, en aan het water het Olympische dorp van New York, dat zich kandidaat heeft gesteld voor de Spelen in 2012. Het wordt ook gebouwd als ze de Olympische Spelen niet krijgen. Waarmee de moderniteit van het jonge westen van Amerika, dan definitief het oude oosten heeft bereikt.