Stoer wonen aan Zeeuws water
Door Bob Witman/ 1 december 2009 / de Volkskrant
ZIERIKZEE
Vinexwijken vol met kunstmatige slootjes om ‘wonen aan het water, wie wil dat nu niet’ te verkopen – er zijn er honderden van in Nederland. Maar nepwater, daar moet je in Zeeland natuurlijk niet mee aankomen. Hier worden de huizen aan serieus zout water gebouwd.
Maak een serie echte kadewoningen. Dat was de ontwerpvraag aan het architectenbureau Kingma Roorda uit Rotterdam. De kade ligt in Waterwijk, een nieuwe wijk ten westen van het stadje Zierikzee. Er ligt alleen wat weiland tussen de kade en de Oosterschelde die meer naar het westen ligt. In de verte strekt de Zeelandbrug zich uit richting Noord-Beveland. De wind komt hier vrij binnen over een zijwatertje van het havenkanaal. En er is uitstekend zicht op de Zeeuwse luchten.
Nederland is een land van dijkwoningen, huisjes die verscholen achter duinen en dijken liggen. Echte zeekades waar het zout tegen de huizen opspat, zijn schaars. Daarvoor is de Noordzee meestal iets te onstuimig. Dus is het niet gek om bij het ontwerpen van een zeekade je inspiratie uit de mediterrane of uit de grachtenkades te halen.
De eerste associatie met de licht getinte huizen die Kingma Roorda voor Zierikzee ontwierp, is dan ook Venetië. Dat komt door de wisselende hoogten, gevarieerde dakvormen en diversiteit in gevelkleuren. Burano, een van de eilanden in de lagune, is inderdaad studiemateriaal geweest voor de Rotterdamse architecten. Wat ze ontdekten was dat in Burano de felgekleurde gevels compleet verschillend zijn, maar de raamopeningen vrijwel allemaal gelijk. Waardoor de gevelwand toch eenheid uitstraalt.
Dat idee is meegenomen naar Zierikzee. Daar zijn onlangs 29 van de geplande 119 huizen opgeleverd in een nieuwbouwwijk die op loopafstand ligt van het historische Zeeuwse stadje op Schouwen-Duiveland. De ramen in gevels hebben allen dezelfde maat, ze ogen smal, en zijn in tegenstelling tot de meeste nieuwbouwprojecten niet breder dan de deuren. Het resultaat is dat de gevelwand ondanks de rijke variatie oogt als een familie.
Veel architecten zoeken naar variatie in typologie als ze woningen moeten tekenen. Eenvormigheid is slecht verkoopbaar. Huizenbezitters willen hun huis in de rij kunnen aanwijzen, niet iets van dertien uit een dozijn. Maar dit streven naar variatie leidt vaak tot een soort vinexbontheid waarbij elke samenhang ontbreekt. De Burano-factor in Waterwijk – maatvoering in de vensters – trekt de gevelrij bij elkaar. Terwijl elke woning zijn eigen gevel, eigen plattegrond en eigen unieke stoepje heeft.
Dat stenen kadestoepje is een vondst. Kale stenigheid, had Kingma Roorda al ontdekt, is van belang om het kadegevoel gestalte te geven. Het is iets dat op veel Leidse en Amsterdamse grachtenkaden is terug te vinden. Omdat van oorsprong de kade ook een druk werkterrein vormde met ladende en lossende schepen, was de scheiding tussen openbaar leven en de privéruimten anders dan in een woonstraat. De eigen stoep is op de kade een overgangsgebied, de mediator tussen buitenruimte en de woning. Elk huis in Zierikzee heeft daarom een stenen entree: klinkers, een trapje, of natuursteen.
Een kwaliteit van het project is dat de variatie in de typologie ingetogen is gehouden. De gevelrij oogt als een rijtje mensen. Dik dun. Lang kort. De huizenbreedte varieert van 4 tot 6,5 meter. De meesten woningen zijn drie hoog, een enkele heeft 4 etages. De gevelrij wordt af en toe doorbroken door een steeg en hier en daar springt een huis enkele centimeters uit de rooilijn.
Het vooronderzoek bracht Kingma Roorda in het Zeeuwse Veere, waar een prachtige historische kade ligt aan de haven. Daar ontdekte het dat je slechts negen typen huizen nodig hebt om een gevarieerde kade met meer dan honderd woningen te maken. Verder zit de variatie vooral in de kleurstelling en de afwisseling van platte daken, zadeldaken en schuin aflopende lessenaarsdaken. Revolutionair is het niet, wel handig. Grachtengordelesthetiek is op een vanzelfsprekende manier samengevoegd met de Burano-stijl.
De architect heeft verleiding weerstaan om de bonte kleuren van Burano over te nemen, wat waarschijnlijk tot een kitscherige gevelwand had geleid. Bovendien is het een Zeeuwse kwaliteit om het zo karig mogelijk te houden. Het ziet er zo behoorlijk stoer uit, die kade, ook al staat hij niet direct aan zee. Met een kalige stenigheid voor je neus en verder niets dan in de verte de Oosterschelde en die befaamde Zeeuwse luchten.