Eigenlijk is het gek dat zo veel geld en energie wordt gestoken in hoe op straat de dingen eruit zien: de architectuur, de openbare ruimte. Terwijl je er de helft van de tijd weinig van ziet om de eenvoudige reden dat het donker is. Zeker deze kortste dagen van het jaar zijn de dagen van de ‘lichtarchitecten’ Wouter Brave (59) en Rogier van der Heide (43). Zij willen onze wereld verlichten.
In Amsterdam staan sinds begin december dertig lichtobjecten tentoongesteld in het kader van het Amsterdam Light Festival. Een ervan is van Wouter Brave. In de tuin van de Hortus Botanicus wiegt zijn poëtisch kunstwerk, Floating Light. Het is verbazingwekkend simpel gemaakt. Tientallen houten stelen beschilderd met fluorescerende verf bungelen aan touwtjes in een vloed van blacklight, geklemd tussen twee reuzenspiegels. In het donker dansen de stelen een soort reidans.
‘Licht heeft voor mij twee kanten’, zegt Brave. ‘De functionele kant, van goed licht op straat. En die van de kunst. Met licht creëer je stemming, een feest. Het kan zowel kermis zijn als echte kunst. Ik vind het allebei mooi. Maar op straat is licht harde noodzaak. Omdat veel openbare ruimte in Nederland ‘s avonds verkeerd is belicht, ontstaat een onaantrekkelijk straatbeeld en voelen mensen zich onveilig. Dat is totaal onnodig.’
Brave heeft een lange carrière in de creatieve sector achter zich liggen. Voor de eeuwwisseling was hij een befaamd tangodanser. In 2000 begon hij club Panama in Amsterdam, waar shows werden gegeven. De carrière-switch naar lichtarchitectuur is minder gek dan het lijkt, vindt hij. ‘Als ik licht ontwerp, beschouw ik de straat of een plein als theater, de gebouwen als decors.’
Licht als kunst of licht voor sociaal welbevinden: Brave vindt het allebei even interessant. ‘Licht kan het verschil maken tussen een goede en een slechte openbare ruimte.’ Hij toont een foto van een typisch Hollandse straat in Zutphen, verlicht door rond schijnende natriumlampen. ‘Op deze foto verandert de hele omgeving door slecht en ongericht licht in een oranje soep. Je ziet geen diepte, geen schaduw, er is geen kleur. Het is onbehagelijk.’
Als contrast toont hij een foto van een straat in Velp, waar hij in opdracht van de gemeente straatverlichting heeft geplaatst. Hier vloeit wit licht van metaalhalogeen door de straat. Het waaiert niet uit, maar is met hulp van lenzen op het plaveisel gericht. De straat oogt op dit plaatje ook bij nacht nog helder, scherp. En wat vooral opvalt is de diepte van het beeld, je ziet alle kleuren nog.
‘Dat komt doordat metaalhalogeen een veel groter lichtspectrum heeft dan natrium’, zegt Brave. Het benadert de spectrumwaarde van de zon tot 90 procent. Natrium haalt maar 60, daardoor verdwijnt de kleur. ‘Die natriumlampen zijn overal in Nederland neergezet omdat ze energiezuinig zijn. Als lichtbron vind ik ze niet best. Bovendien, met de komst van led is het duurzaamheidsargument van natrium volkomen achterhaald.’
De voordelen van warm licht op straat zijn evident. ‘Kleur en diepte in het avondbeeld bevordert sociale veiligheid. Mensen voelen zich prettiger. Ze hebben overzicht.’ Er lijken minder onheilspellende verstopplekjes voor enge mannen. Brave probeert weleens met zijn setjes foto’s gemeenten in Nederland ervan te overtuigen dat ze aan het warm wit licht moeten. ‘Maar ik heb de moed een beetje opgegeven.’
Dat Nederland beter verlicht kan worden, vindt ook Rogier van der Heide, de artistiek leider van het Amsterdam Light Festival. Hij is daarvoor gevraagd omdat hij een van Nederlands bekendste ontwerpers is op het gebied van lichtarchitectuur. Van der Heide werkt voor architecten van wereldfaam: Zaha Hadid, Renzo Piano en Ben van Berkel.
Er is een oud cliché over Nederlandse straatverlichting, zegt Van der Heide: ‘Dan kom je bij de dienst gemeentewerken en zegt de directeur: ‘We hebben hier drie soorten lampen. Binnenlampen, buitenlampen en luxe lampen.’ En daar wordt dan de hele stad mee verlicht.’
Maar zoals het gaat met clichés: die raken versleten. ‘Veel steden begrijpen dat die lichtstrategie vandaag andere eisen stelt. Amsterdam heeft een expert aangesteld die een lichtvisie voor de hele stad heeft geschreven.’ Zo zijn in de notoir slecht verlichte grachtengordel bijvoorbeeld de natriumlampen vervangen voor witter licht. Van der Heide: ‘Nee, ik zie de komende jaren mooie dingen gebeuren op straat in Nederland.’
Door de komst van led en nieuwe software zijn de mogelijkheden ook duizelingwekkend toegenomen. Voor het Westerpark in Amsterdam heeft Van der Heide interactieve verlichting ontworpen, die reageert op aanwezigheid van mensen. ‘Het zou voor het eerst zijn dat een interactieve lichtinstallatie permanent in een park wordt gebruikt.’ Ook hier gaat het niet zozeer om de esthetiek van licht, maar om de sociale component. ‘Openbare ruimte waar je niet durft te komen vanwege slechte verlichting, is verspilde openbare ruimte’, zegt Van der Heide.
Esthetiek is wel cruciaal bij verlichting van monumentale architectuur. Van der Heide heeft vorig jaar het Rijksmuseum uitgelicht, in overleg met restauratiearchitecten Cruz & Ortiz. ‘Een goede architect begrijpt dat licht een krachtig middel is, niet per se omdat het één op één zijn ontwerp weergeeft. Wat ik doe, komt neer op een interpretatie van de architectuur. Sommige dingen houd je in het donker, ander licht je op. Ik laat in feite het publiek een gebouw zien door mijn ogen. Daar moet die architect in meegaan.’
En niet iedere architect vindt dat makkelijk, zegt zijn collega Wouter Brave. Dat was overigens geen probleem bij zijn ontwerp voor de nieuwe belichting van de oude Heineken Brouwerij in Amsterdam, die vorige week in gebruik is gesteld. Daar zijn alle bouwheren al lang geleden ontslapen. ‘Licht is niet per se een accentuering van de architectonische vorm’, zegt Brave. ‘Wat ik doe is elementen eruit pikken en versterken. Daardoor ontstaat in feite een nieuw beeld van het gebouw.’
Vaak gaat het nog mis met de belichting van kerken en monumenten, vindt Brave. ‘Dan wordt er een serie oranje of witte bouwlampen tegenaan gezet. Dat slaat zo’n gevel plat. Er zit geen greintje diepte meer in.’ Bij de Heineken Brouwerij heeft hij gezocht naar reliëf en vlakverdeling in een bakstenen gevel om een nieuw beeld te creëren, dat zich onderscheidt van het beeld overdag. ‘Mijn licht speelt met de identiteit van het gebouw.’
Amsterdam Light Festival t/m 19/1. Amsterdamlightfestival.nl
.…
good!!…
.…
спс за инфу!!…
.…
thanks for information!!…
.…
ñïàñèáî çà èíôó!…
.…
thanks for information….
.…
thank you….
.…
ñïñ….
.…
ñïñ….
.…
ñïàñèáî!!…
.…
áëàãîäàðþ!…
.…
hello!…
.…
áëàãîäàðþ….
.…
thank you….
.…
thanks for information!…
.…
áëàãîäàðñòâóþ….
.…
ñïàñèáî….
.…
tnx for info!…
.…
áëàãîäàðåí….
.…
tnx for info!…
.…
good!!…
.…
ñïàñèáî çà èíôó….
.…
tnx for info!…
.…
thanks for information….
.…
áëàãîäàðþ….