9.10 u. Architect Frits van Dongen (1946) wordt de nieuwe rijksbouwmeester. Hij wil nog niet praten over ‘Belgische toestanden’ in Nederland.
HIJ IS EEN gedreven architect die geen blad voor de mond neemt. De politiek, vindt Frits van Dongen, verschuilt zich vaak achter de mening van de bevolking: ‘Dat is pure lafheid’, zei hij een paar jaar terug op de radio. Goede architectuur is volgens hem geen zaak die per referendum moet worden geregeld. Dat levert veel middelmatige openbare gebouwen op.
Frits van Dongen (1946) wordt per augustus de nieuwe rijksbouwmeester, de hoogste adviseur van de overheid op gebied van architectuur. Hij volgt Liesbeth van der Pol op, die het werk drie jaar deed. Dat is tegenwoordig een normale termijn voor deze baan.
Ooit was ‘s lands bouwmeester veel langer in functie en ontwierp hij ook zelf. Nu bemoeit hij zich nog wel met keuze van de architect, maar is het uitgesloten dat hij zelf de ontwerppen ter hand neemt. De bouwmeester ziet vandaag de dag toe op ‘architectonische kwaliteit’. Hij moet ‘nadrukkelijk aandacht te vragen voor schoonheid en voor een omslag in ons denken over wat Nederland mooi maakt’.
Van Dongen is vooral bekend van The Whale (2000), een groot appartementencomplex op de IJ-oevers in Amsterdam met een karakteristiek dak dat middenin ineenzeigt. Hij bouwde ook het hoofdkantoor van Capgemini (2003) langs de A2 in Utrecht en het Conservatorium van Amsterdam (2008). Hij is een van de oprichters van het bureau Architekten Cie, waar ook Pi de Bruijn aan is verbonden, de ontwerper van de uitbreiding van de Tweede Kamer.
De carrière van Frits van Dongen is a-typisch. Hij drumde tijdens zijn studie bouwkunde bij wat later het jaren zeventig fenomeen Alquin zou worden. En hij was semi-beroepsbasketballer. ‘Ik zit nogal manisch in elkaar. Ik zweer het je, ik heb negen jaar lang niets anders gedaan dan basketballen!’, zei hij vijf jaar geleden tegen Het Parool.
Op zijn 34ste koos hij pas definitief voor architectuur. De eerste jaren van zijn carrière leverde hij vooral sociale woningbouw op. Hij ontwierp meer dan vijfduizend woningen en is verantwoordelijk voor het woonblok Natal in de Afrikaanderbuurt in Rotterdam en appartementen op De Landtong op de Kop van Zuid.
Maar toen Van Dongen in 2006 de hoogste Nederlandse architectuurprijs kreeg, de BNA-kubus, was dat niet voor zijn woonhuizen, maar voor het culturele deel van zijn oeuvre. Dat waren onder meer theater De Harmonie (1995) in Leeuwarden en Pathé Cinema en de Heineken Music Hall (2001) in Amsterdam Zuid-Oost. Bovendien had hij laten zien dat hij ook oudbouw aankon met de veelgeprezen restauratie en vernieuwing van de Philharmonie in Haarlem (2005).
Stoer, modern en van een stedelijke snit, dat zijn de woorden die het best passen op de ontwerpstijl van Van Dongen. Vooral zijn stedenbouwkundige ervaring zal hem van pas komen bij zijn tocht naar Den Haag. Zelf ontwerpen behoort niet meer tot het takenpakket van de rijksbouwmeesters.
De eerste vraag aan Van Dongen zou zijn wat hij vindt van het vorige week gepresenteerde plan om in de ruimtelijke ordening veel regels te schrappen. Minister Schultz van Haegen van Infrastructuur wil bouwen simpeler maken en als dat zou leiden tot ‘verrommeling’ à la België, zou ze dat ‘voor lief nemen’, zei ze vorige week in de Volkskrant.
Of Van Dongen dat met haar eens is, is onbekend. De Rijksgebouwendienst laat weten dat de nieuwe architectuurbaas van Nederland niet spreekt tot hij met zijn baan is begonnen.
BOB WITMAN
Geplaatst in de Volkskrant 20 juni 2011
.…
thanks for information!!…
.…
ñïñ çà èíôó!…
.…
ñïñ….
.…
ñýíêñ çà èíôó!!…